Nederlandse interieurs

Vier vragen aan… jonge designer

‘Trends en massaproducten zijn niet meer van deze tijd,’ vindt Michou Nanon de Bruijn, cum laude afgestudeerd van de Design Academy in Eindhoven. ‘De persoonlijke keuze is het thema van de toekomst. Dat zie je terug in het interieur.’

Je bent opgegroeid Zwitserland. Daardoor kijk je objectief naar de Nederlandse cultuur en smaak. Wat valt je op?
‘In Nederland bestaan veel wijken uit eentonige huizenblokken. Je huis is hetzelfde als dat van de buurman. Zelfs de voordeuren zijn identiek. Dat is een groot verschil met Zwitserland waar mensen hun eigen huizen laten bouwen en waar je aan de gevel de bewoner herkent. Ik vroeg me af hoe Nederlanders zich dan onderscheiden van elkaar. Iedereen heeft immers een natuurlijke hang naar individualiteit. De massaproductie van artikelen en de trends dragen daar niet aan bij. De mensen die voor je staan aan de kassa kopen dezelfde IKEA-kast. Krijg je daardoor bijvoorbeeld geen interieurs die nauwelijks van elkaar verschillen?’

Verschillen Nederlanders in smaak weinig van elkaar?
‘Dat is wat ik aanvankelijk dacht, maar het tegendeel is waar. Op het gebied van design loopt Nederland internationaal voorop. Nergens zijn er zoveel bladen en televisieprogramma’s over wonen en het inrichten van huizen. De mensen hier zijn trendbewust en ze staan open voor ideeën. En dat zie je aan de interieurs; die zijn totaal verschillend. Zo heeft de één een huis met gekleurde wanden, meubels en veel spullen. De ander heeft weer een wit en strak interieur met hier en daar wat natuurkleuren. Leuk aan de Nederlandse cultuur is dat je vanaf de straat in de woningen kunt kijken. Dan merk je dat ieder gezin op het interieur een persoonlijke stempel heeft gedrukt. Vooral van de voorkamer is een visitekaartje gemaakt.’

Hoe komt het dat de interieurs zo verschillend zijn?
‘Groeide je op in een huis met donkere kleuren, dan kies je later minder makkelijk of juist dolgraag voor lichte, sprankelende kleuren. Hadden je ouders zware meubelen, dan ervaar je het gewicht van een gewone stoel eerder als licht. Hadden de lepels thuis een rond mondstuk, dan vind je een lepel met een ovaal mondstuk maar vreemd. Je beleving van onder meer kleuren, materialen, zwaarte en grootte worden bepaald in de eerste twaalf jaar van je leven. Dat beïnvloedt later de keuzes die je maakt bij de inrichting van je eigen interieur. Die opvatting is gebaseerd op het gedachtegoed van de Franse filosoof Gaston Bachelard (1884-1962). Hij zag de woning als een ‘container’ van herinneringen. Zo zet iedere familie en ieder huishouden als een vingerafdruk zijn eigen trend.’

Hoe kies je goede kleuren voor een huis?
‘Je weet eigenlijk al hoe je wilt wonen en wat je mooie, lelijke of fijne kleuren vindt. Bij de keuzes die je maakt is het belangrijk dicht bij jezelf te blijven. Ga vooral af op het gevoel dat een kleur oproept. Stel dat iemand denkt aan donkerrode muren voor de grote huiskamer van zijn nieuwe huis. Omdat die kleur een ruimte kleiner maakt, kan hem dat worden afgeraden. Het kan echter zijn dat hij altijd klein heeft gewoond. In een woonkamer die minder groot lijkt, voelt hij zich misschien juist meer thuis. Hoe mooi de interieurs in bladen ook zijn, je moet je eigen kasteeltje bouwen. Anders gaat een omgeving tegenstaan of ben je niet op je gemak. Het is ook de tijdgeest om een duurzame keuze te maken. We denken langer na over de aanschaf van een nieuw bankstel of een ander servies. Niet alleen vanwege kredietcrisis of geldgebrek, maar ook omdat we bewuster nadenken over het milieu. Zoek je alleen een andere kleur voor de muren, zoek dan kleuren die passen bij grote objecten, zoals de bank, de gordijnen en de vloerbedekking.’